Privacy laten schieten uit angst voor terreur

Privacy, het lijkt één van de meest gewaarde grondrechten in Nederland.

Lees verder

Volgens het EenVandaag Opiniepanel is 75% van de ondervraagden bereid een deel van hun privacy op te geven ten behoeve van terrorismebestrijding.1 Weten Nederlanders wel wat de gevolgen zijn van het opgeven van hun privacy? Heeft de Nederlandse burger eigenlijk nog wel privacy om op te geven onder het mom van ‘strijd tegen het terrorisme’?

Steeds meer mensen hebben een gevoel van onveiligheid en misschien nog wel belangrijker: als ze dat nog niet hebben krijgen ze het wel door de ene na de andere aanslag. De mislukte aanslag in de Thalys. De aanslag op de redactie van Charlie Hebdo. De aanslagen in Parijs van november ’15. Aanslagen die men niet snel zal vergeten. ‘Parijs’ brengt terrorisme dichtbij en maakt Nederlanders bang. Ook ontstaat er de vrees dat Nederland vroeg of laat zelf slachtoffer wordt van terrorisme. In de EenVandaag enquête wordt gesteld: ‘Bij de bestrijding van het internationale terrorisme mogen concessies gedaan worden aan de privacy van burgers.’ Met deze stelling was 75% van de ondervraagden het eens.

Het recht op privacy is ondergebracht in art. 8 EVRM. Hieruit blijkt dat iedereen recht heeft op respect voor zijn privéleven, waarbij geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht. Het recht op privacy kan enigszins geschonden worden, bijvoorbeeld wanneer in een democratische samenleving het belang van nationale veiligheid, openbare veiligheid en rechten en vrijheden van anderen geschonden worden.

‘Volgens het EenVandaag Opiniepanel is 75% van de ondervraagden bereid een deel van hun privacy op te geven ten behoeve van terrorismebestrijding

Passagiers Namen Registratie

De overheid heeft bevoegdheiden om terrorisme terug te dringen. Denk aan de gegevensuitwisseling over criminelen, afluisterbevoegdheden en Passagiers Namen Registratie (PNR). De commissie voor burgerlijke vrijheden in het Europees Parlement stemde in met de PNR. Deze nieuwe wetgeving zou mogelijk een deuk in de privacy voor de burger kunnen inhouden, omdat het de luchtvaartmaatschappijen verplicht om passagiersgegevens een half jaar gepersonaliseerd op te slaan. Daarna moeten de passagiersgegevens nog 4,5 jaar geanonimiseerd opgeslagen worden. De Liga voor de Mensenrechten, een Belgische belangenorganisatie, is al langer fel tegen de PNR-wetgeving.2 Zo stelt zij: ‘België en Europa mogen niet naar Amerikaans model afglijden naar een samenleving waarin de overheid haar eigen burgers op grote schaal wantrouwt en bespiedt en waarin de privacy weinig waard is.’ Begin dit jaar zal duidelijk worden of de PNR van kracht wordt.

Hoeveel privacy heeft de Nederlandse burger tegenwoordig nog om weg te geven? De bevoegdheden van de opsporingsdiensten staan in het Wetboek van Strafvordering, ook de uitgebreide bevoegdheden van de opsporingsdiensten in het kader van terrorismebestrijding staan hierin beschreven. Deze bijzondere bevoegdheden zijn te vinden in Titel VB van het Wetboek van Strafvordering.3

Het gaat te ver om uitgebreid stil te staan bij alle aan opsporingsdiensten toekomende bevoegdheden in het kader van terrorismebestrijding, maar het kernelement is goed weer te geven als volgt: ‘de verdenking wordt verdreven door de aanwijzing van’.

Waar de opsporingsdiensten het bij reguliere misdrijven moet doen met de verdenking van een misdrijf, is bij een terroristisch misdrijf de enkele aanwijzing voldoende. Hiermee wordt het gehele principe van een redelijk vermoeden van schuld overboord gegooid en vervangen door het veel vagere en substantieel ruimere begrip ‘aanwijzing van’.

In de Memorie van Toelichting is terug te vinden dat de wijziging het doel heeft om de bevoegdheden toe te passen ‘jegens personen die (nog) niet als verdachte kunnen worden aangemerkt’.4 In feite komt het er op neer dat de Nederlander privacy geniet, totdat er aanwijzingen zijn dat hij zich schuldig maakt aan een terroristisch misdrijf. Zelfs wanneer hij zich in een kring bevindt waarvan aanwijzingen zijn dat iemand die hiervan deel uitmaakt zich schuldig maakt aan terroristisch misdrijf kan de privacy in het gedrang komen. Dit is een uitbereiding van de opsporingsbevoegdheden die eigenlijk alle privacy reeds wegneemt.

Terroristische opsporingsbevoegdheden

De terroristische opsporingsbevoegdheden wijken qua soort niet bijzonder af van de reguliere bevoegdheden.5 Zo kan in het kader van de opsporing van terroristen bijvoorbeeld deelgenomen worden aan de verdachte groep van personen (art. 126ze Sv) en ook alle vormen van telecommunicatie zijn niet langer veilig (art. 126zg tot art. 126zk Sv). Ook als burger kunt u deelnemen aan het opsporingsproces (art. 126zt Sv).

Juridisch kan de ‘aanwijzing van een terroristisch misdrijf’ uiteen worden gezet in drie verschillende categorieën. Er kan sprake zijn van informatie waarvan de juistheid moeilijk verifieerbaar is, of waarvan de herkomst niet of onvoldoende kan worden nagegaan. Ook is het mogelijk dat de juistheid of herkomst wel kan worden nagegaan, maar dat onvoldoende blijkt welke feiten worden voorbereid. Daarnaast is mogelijk dat de juistheid of herkomst lastig kan worden nagegaan en dat tevens niet is vast te stellen welk terroristisch misdrijf wordt beraamd. De personen die zich in de laatste categorie bevinden kunnen worden blootgesteld aan de uitgebreide opsporingsbevoegdheden in het kader van de terrorismebestrijding, immers voor al die groepen is er sprake van ‘aanwijzingen van’.

Samenvattend kan worden gesteld dat de Nederlandse burger, of althans de deelnemers aan het EenVandaag Opiniepanel, zeer welwillend zijn in het opgeven van hun privacy ten behoeve van de strijd tegen het terrorisme. Dat de wetgever dit al in verregaande heeft gedaan is daarmee dus weinig bezwaarlijk. De vraag is wel of er nog privacy over is om prijs te geven. Een lagere minimumvoorwaarde dan ‘aanwijzing van’ voor toepassing van de opsporingsbevoegdheden zou niets meer van de privacy overlaten en is dan ook zeker niet wenselijk. Het kleine stukje privacy dat de burger nog heeft, dient toch echt bij de burger te blijven.

akkeroos cirkel
Akkeroos Kremers

STBB2NY XII

Wil jij internationale ervaring opdoen? Tijdens je studie proeven van het echte werk? Ga met Stibbe naar New York!

Ieder jaar nemen we 20 studenten mee voor een vijfdaagse masterclass op ons kantoor in New York. In workshops pak je samen met ons zaken aan op verschillende rechtsgebieden, maak je kennis met cliënten en kijk je mee in de dagelijkse praktijk van een Amerikaans topkantoor.
En natuurlijk is er ook tijd voor de ‘Big Apple’ zelf. Vijf dagen ‘work hard, play hard’!

De 12e editie van STBB2NY vindt plaats van woensdag 11 mei tot en met maandag 16 mei 2016.

Schrijf je in via
www.werkenbijstibbe.nl/stbb2ny

Voetnoten

1. EenVandaag Opiniepanel van 24 augustus 2015.
2. www.datapanik.org
3. Art. 126za e.v. Sv
4. Kamerstukken II 2004/05, 30 164, nr. 3, p. 9
5. De normale tegenhanger van de uitgewerkte opsporingsbevoegdheden is te vinden in titel IVA.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan