Wat te doen tegen kinderarbeid?

De moeizame weg naar kleding zonder kinderarbeid

Lees verder

Veel kleding voor weinig geld. Wie wil dat niet? Maar wil je dat wel als die kleding gemaakt is door een veertienjarig meisje in Bangladesh? Voor niemand is het een fijne gedachte dat er op plekken in de wereld kinderen aan het werk zijn om onze kleding te maken. Komt kinderarbeid nog veel voor en wat kunnen de overheid en bedrijven hier tegen doen?

Uitbuiting en dwangarbeid aan de orde van de dag
Het instorten van het fabriekspand Rana Plaza in Bangladesh is een van de schrijnende voorbeelden van de slechte omstandigheden in de kledingindustrie. Op 24 april 2013 stortte in een subdistrict van BangIadesh dit acht verdiepingen tellende gebouw in. Meer dan 1.000 mensen kwamen om en meer dan 2.000 mensen raakten gewond. De meeste slachtoffers waren vrouwen en kinderen. Het probleem zou worden aangepakt, beloofde de kledingindustrie. In 2014 werd echter er een nieuw  rapport, Flawed Fabric, van de Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) en de Landelijke India Werkgroep (LIW) gepubliceerd. Uit het onderzoek bleek dat uitbuiting en dwangarbeid nog steeds de dagelijkse realiteit was in de textielindustrie in Zuid-India. Meisjes worden gedwongen lange uren voor lage lonen te werken. De onderzochte fabrieken leveren aan westerse merken waaronder merken als C&A en Primark.1 Niet alleen in landen als Bangladesh, India en China speelt kinderarbeid een rol. In Turkse kledingfabrieken werken Syrische vluchtelingen, onder wie ook kinderen, blijkt uit onderzoek van de BBC.2

Kinderarbeid blijkt dus nog steeds verborgen te zijn in veel producten, ook op de Nederlandse markt. Het is zelfs een van de meeste schrijnende en hardnekkige misstanden in productieketens.

Convenant Duurzame Kleding en Textiel
Onveilige fabrieken, lage lonen, slechte arbeidsomstandigheden en kinderarbeid. Het zijn weliswaar aandachtspunten voor overheden en belangenorganisaties, maar wat is er tot op heden daadwerkelijk gedaan tegen kinderarbeid door de Nederlandse overheid? De Nederlandse overheid stimuleert Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (hierna: IMVO). De overheid heeft met bedrijven en andere organisaties IMVO-convenanten gesloten.3 Een stap in de goede richting is er al gezet door middel van het IMVO Convenant Duurzame Kleding en Textiel.  De Nederlandse overheid sloot dit convenant vorig jaar  in samenwerking met brancheorganisaties, maatschappelijke organisaties en vakbonden. Afgesproken is om te strijden tegen onder andere kinderarbeid bij de productie van kleding en textiel in landen als Bangladesh, India, Pakistan en Turkije. De partijen streven samen naar het duurzaam uitbannen van kinderarbeid in de productie- of toeleveringsketens. Binnen drie jaar moeten alle misstanden die plaatsvinden binnen de keten van ‘katoen tot kleding’ in kaart zijn gebracht en worden aangepakt. Zowel ten aanzien van kinderarbeid als gedwongen arbeid is afgesproken een analyse te maken van de aard en omvang van de problemen in de productieketen wereldwijd. Op basis daarvan wordt een actieplan met meetbare doelen opgesteld. Voor kinderarbeid geldt daarbij ook dat er voor wordt gezorgd dat kinderen die niet meer werken wel naar school kunnen of daarop worden voorbereid.4

Bedrijven zijn echter niet verplicht zich aan te sluiten bij bovengenoemd convenant. Bovendien zijn de afspraken uit het convenant juridisch niet bindend. Met andere woorden, bedrijven die zich aan deze initiatieven conformeren doen dit vrijwillig.5 Het convenant Duurzame Kleding & Textiel kan er dus niet voor zorgen kinderarbeid te laten stoppen.

Wet zorgplicht kinderarbeid belooft meer succes
Begin februari is de Wet zorgplicht kinderarbeid aangenomen in de Tweede Kamer. De wet maakt duidelijk dat het nodig is om te voldoen aan de minimum normen van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Het wetsvoorstel verplicht bedrijven om zich ervoor in te zetten dat er geen kinderarbeid in hun keten zit. Daarnaast worden handhavingsmechanismen wettelijk vastgelegd. In de IMVO-convenanten ontwikkelen bedrijven de praktijk waarmee ze aan de wet kunnen voldoen.

Alle bedrijven die in Nederland goederen en diensten verkopen worden ertoe verplicht om de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) als onafhankelijke toezichthouder te verklaren. Er wordt van bedrijven ‘gepaste zorgvuldigheid’ vereist om te voorkomen dat de goederen en diensten die zij leveren aan bijvoorbeeld Nederlandse consumenten tot stand zijn gekomen met behulp van kinderarbeid.6 ‘Gepaste zorgvuldigheid’ houdt in dat een onderneming altijd op de mogelijkheid van kinderarbeid alert moet zijn. Niet elke aanwijzing waarbij mogelijk kinderarbeid in het geding is, moet leiden tot het stoppen van de levering van de desbetreffende goederen en/of diensten. De aanwijzing moet wel leiden tot stappen die erop gericht zijn zeker te stellen dat de desbetreffende goederen en/of diensten niet met behulp van kinderarbeid tot stand komen. Ondernemingen zijn verplicht onderzoek te doen of een redelijk vermoeden kan bestaan dat de goederen of diensten met behulp van kinderarbeid tot stand zijn gekomen. Er is sprake van een redelijk vermoeden indien er duidelijke aanwijzingen bestaan dat de desbetreffende goederen (mede) tot stand zijn gekomen in landen waarvan bekend is dat vergelijkbare producten of productieprocessen met behulp van kinderarbeid een rol spelen. Bedrijven moeten indien er sprake is van een redelijk vermoeden in contact treden met leveranciers of fabrikanten en maatregelen nemen om betrokkenheid van kinderarbeid uit te sluiten.7

”Op dit moment ligt het wetsvoorstel ter goedkeuring bij de Eerste Kamer. Of bedrijven binnenkort daadwerkelijk aan de regels uit de Wet zorgplicht kinderarbeid zijn gebonden is dus nog even afwachten”

Autoriteit Consument en Markt beboet overtreders
Indien bedrijven niet de gepaste zorgvuldigheid betrachten kan er handhavend worden opgetreden door het ACM. Indien er sprake is van een concrete aanwijzing van schending van de wet kan men een klacht indienen bij het ACM. Is het inderdaad zo dat een bedrijf zijn verplichtingen om kinderarbeid uit te sluiten onvoldoende is nagekomen dan kan het ACM een bestuurlijke boete opleggen van maximaal €820.000. Wanneer een bedrijf binnen een tijdvak van vijf jaar tweemaal een bestuurlijke boete is opgelegd, kan er een gevangenisstraf worden opgelegd.8

Op dit moment ligt het wetsvoorstel ter goedkeuring bij de Eerste Kamer. Of bedrijven binnenkort daadwerkelijk aan de regels uit de Wet zorgplicht kinderarbeid zijn gebonden is dus nog even afwachten.

Zorgeloos shoppen blijft een zaak van lange adem
De Wet zorgplicht kinderarbeid maakt het voor Nederland mogelijk om beter aan te sluiten bij de internationale tendens om Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in wetgeving vast te leggen. Sommige landen voerden al wetgeving in om op die manier de ondergrens vast te leggen en schendingen te voorkomen. Zo is er in Groot Brittannië de ‘Modern Slavery Act’. Steeds meer komt het besef dat vrijwillige richtlijnen niet voldoende zijn. Een goede stap kan daarom gezet worden met de Wet zorgplicht kinderarbeid. Hopelijk is het binnen een aantal jaren mogelijk om als Nederlandse consument in elke winkel kleding te kopen zonder na te denken over hoe het is gemaakt.

Het ‘zorgeloos shoppen’ blijft ook in de toekomst nog altijd wel vragen om een verantwoorde en kritische houding van de consument. Volgens Minister Ploumen kan het ‘fast fashion model’ – heel veel kleding voor heel weinig geld – wel duurzaam, maar moeten we daarnaast sowieso stilstaan bij de hoeveelheid die we aanschaffen. Uiteindelijk is het toch echt de consument zelf, die daarover beslist.

Eva Peeters

Voetnoten

1. Flawed Fabrics, ‘The abuse of girls and women workers in the South Indian textile industry’ (onderzoek SOMO en ICN), oktober 2014. Online te raadplegen via: https://www.somo.nl/nl/moderne-slavernij-in-de-indiase-textielindustrie/.
2. ‘Panorama – Undercover: The Refugees Who Make Our Clothes’, BBC One, 24 oktober 2016.
3. https://www.ser.nl/nl/themas/imvo.aspx

4. Sociaal-Economische Raad, Convenant Duurzame Kleding & Textiel, Den Haag: Huisdrukkerij SER juli 2016, p. 51-56.
5. M. Theuws en P. Overmeen, Convenant Duurzame Kleding en Textiel: te vroeg om te juichen, 7 juli 2016. Geraadpleegd via: https://www.somo.nl/nl/convenant-duurzame-kleding-en-textiel-vroeg-om-juichen/

6. Wetsvoorstel Wet zorgplicht kinderarbeid, Kamerstukken II 2016-2017, 34506, 5.
7. Kamerstukken II 2016-2017, 34505, 3 (MvT).
8. Wetsvoorstel Wet zorgplicht kinderarbeid, Kamerstukken II 2016-2017, 34506, 5.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan