Miljoenenclaims in de VS: volstrekt absurd of zo gek nog niet?

Lees verder

Waar advocaten in Nederland voorzichtig manoeuvreren op het speelveld van het aansprakelijkheidsrecht, zijn grote rechtszaken met miljoenen dollars aan schadevergoeding in de Verenigde Staten aan de orde van de dag.1 Vanuit Nederland wordt er met een kritische blik gekeken naar deze ‘Amerikaanse toestanden’. Velen maken zich zorgen over de ontwikkelingen in het aansprakelijkheidsrecht. Niet geheel onterecht, als je kijkt naar de schadevergoedingen die worden toegekend in de Verenigde Staten. Zo moet in 2014 sigarettenmerk R.J. Reynolds Tobacco Company, bekend van Camel en Pall Mall, het torenhoge bedrag van 37,5 miljoen dollar betalen aan de nabestaanden van een overleden kettingrookster.2 Toch lijken deze excessen de positieve kanten van het Amerikaanse aansprakelijkheidsrecht te overschaduwen. Het ligt echter genuanceerder dan wij vaak denken.

Claimcultuur?
De Amerikaanse rechtspraktijk op het gebied van civiele schadevergoedingen wordt in Nederland vaak bestempeld als ‘claimcultuur’. Dit begrip wordt gebruikt om te duiden op de schadeclaims met onverdiend kans op succes.3  Het is lastig om een gedegen oordeel te vellen over het Amerikaanse systeem, omdat meestal alleen de bizarste zaken uit de VS bij ons het nieuws halen. Onze beeldvorming van deze zogenoemde ‘Amerikaanse toestanden’ is voornamelijk gebaseerd op publiciteit van rechtszaken die vaak ook in de VS beschouwd worden als excessen en dus als uitzonderingen.4 Veel van wat wij in Nederland horen over deze torenhoge schadeclaims is door de media uitvergroot en uit zijn verband gerukt. Zo ook in de hierna beschreven McDonald’s-zaak. Veel mensen hoorden slechts over het bedrag dat de jury aan de benadeelde toewees, terwijl in werkelijkheid dit bedrag door de rechter bijgesteld werd naar een beduidend lager bedrag.

“Onze beeldvorming van deze zogenoemde ‘Amerikaanse toestanden’ is voornamelijk gebaseerd op publiciteit van rechtszaken die vaak ook in de VS beschouwd worden als excessen en dus als uitzonderingen”

Miljoenen na het morsen van een kopje koffie?
De McDonald’s zaak is één van de bekendste zaken in het Amerikaanse civiele aansprakelijkheidsrecht. In 1992 haalde de 79-jarige Stella Liebeck een kop koffie bij McDonald’s.  Ze reed met haar kleinzoon door de McDrive en nadat hij de auto geparkeerd had, klemde ze de beker even tussen haar benen om melk en suiker toe te voegen. Ze morste koffie op haar schoot en liep daardoor derdegraadsbrandwonden op. Liebeck moest vervolgens dagen in het ziekenhuis verblijven vanwege de ernst van haar verwondingen. Daarnaast had zij hoge medische kosten. Haar advocaat stelde dat de koffie van McDonald’s veel te heet geserveerd was (namelijk tussen de 82-88 graden Celsius). De kans op ernstige verwondingen was daardoor veel groter dan bij andere koffie die gemiddeld 17 graden minder heet wordt geserveerd.

“Burgers kunnen via het Amerikaanse recht in grotere mate dan in Nederland verandering bewerkstelligen”

De jury wees aan mevrouw Liebeck zo’n 2,9 miljoen dollar schadevergoeding toe. Dit bedrag omvatte 160.000 dollar voor ziekenhuiskosten en daarnaast nog 2,7 miljoen dollar voor de zogenaamde ‘punitive damages’. Deze punitive damages bevatten een bepaald strafelement die ervoor moet zorgen dat McDonalds niet nogmaals in de fout gaat. Dit laatste kunnen we overigens in Nederland niet: bij ons wordt slechts de werkelijk geleden schade vergoed. In de McDonalds-zaak besloot de rechter dit bedrag te verlagen tot 650.000 dollar.5 Liebeck schikte uiteindelijk voor een geheim bedrag voordat er in hoger beroep was beslist. Deze zaak staat in Amerika enerzijds bekend als “the poster child of excessive lawsuits”, terwijl anderen van mening zijn dat deze claim een betekenisvolle en waardige rechtszaak heeft teweeggebracht.6 Naar Nederlandse maatstaven is dit schadebedrag zacht gezegd buitensporig te noemen. Wij zijn totaal onbekend met dit soort bedragen. Als Patricia Paay na het “plasseks-incident” een schadebedrag van een paar ton toegewezen zou krijgen, dan zou dit een van de recordbedragen uit de Nederlandse geschiedenis van het aansprakelijkheidsrecht zijn.

Zo slecht nog niet, want effectief
Om het onderscheid te begrijpen in uitkomsten van rechtszaken in het aansprakelijkheidsrecht tussen Nederland en de VS moet de inrichting van beide juridische stelsels in ogenschouw worden genomen. Het feit dat rechtszaken in de Verenigde Staten in veel gevallen door een jury worden beslist, speelt zeker een rol bij het doorwerken van eventuele publieke verontwaardiging in de uitkomst van de procedure. In Nederland worden rechtszaken beslist door een rechter en niet door een jury, wat leidt tot een hoge mate van professionaliteit en kennis die bij de oordeelsvorming een grote rol spelen.

Daarnaast moeten Amerikaanse rechtszaken worden geïnterpreteerd in een Amerikaanse samenleving. Deze is namelijk verschillend van de continentaal-Europese setting. Het aansprakelijkheidsrecht in de Verenigde Staten wordt beschouwd als een effectief en efficiënt middel van beleid. Burgers kunnen in Amerika vele malen gemakkelijker dan in Nederland via de rechter veranderingen teweeg brengen. Gesteld zou zelfs kunnen worden dat deze hoge claims in werkelijkheid zorgen voor meer sociale rechtvaardigheid. De veiligheid van producten wordt door dit soort bizarre zaken verbeterd en producenten komen met minder weg.7 Het kan gezien worden als een middel om het gedrag van het bij de claim betrokken bedrijf bij te stellen. Deze vorm van schadevergoeding geeft burgers in de VS de mogelijkheid om zelfs bij grote multinationals veranderingen teweeg te brengen, want keer op keer kostbare schadeclaims moeten betalen gaat geen enkel bedrijf in de koude kleren zitten.

Amerikaanse eisers vs. Nederlandse eisers
Eisers in een Amerikaanse rechtszaak staan ontzettend sterk in vergelijking met eisers in Nederland. Zij hebben een sterke positie tegenover de – vaak vermogende – andere partij.  Een probleem van het Nederlandse aansprakelijkheidsrecht is dat het belastende bewijs vaak bij de wederpartij ligt en je daar niet zonder meer over kunt beschikken. Het Amerikaanse bewijsrecht biedt daarentegen veel uitgebreidere mogelijkheden om bewijs te verkrijgen van de wederpartij voor het onderbouwen van de eigen zaak. Tijdens de ‘pre-trial discovery’, een voor Nederland onbekende aangelegenheid, krijgen beide partijen voorafgaand aan de werkelijke rechtszaak de gelegenheid om bij elkaar en bij derden informatie op te vragen waarvan ‘redelijkerwijs kan worden verwacht dat er bruikbaar bewijs uitkomt’. Zelfs als er voor jouw partij door het verstrekken van deze informatie een negatief resultaat op de loer ligt, ben je volgens Amerikaans recht verplicht deze informatie te verstrekken. De rechter speelt bij dit zogenaamde onderzoek van wederzijdse bewijsgaring een erg marginale rol.8 Gevolg van deze ‘pre-trial discovery’ is dat Amerikaanse advocaten een zaak aanspannen waar van tevoren niet bekend is of het überhaupt kans van slagen heeft. Deze kans van slagen wordt dan bepaald na vergaring van bewijs tijdens de ‘pre-trial discovery’. Als er, zoals in het Nederlandse recht, zeer beperkte mogelijkheden bestaan om deze op te vragen, dan zal aansprakelijkheid minder snel vastgesteld kunnen worden en een schadevergoeding grotendeels achterwege blijven.

Aansprakelijkheidsrecht als sociaal vangnet
Het beperkte sociale vangnet speelt ook een grote rol bij het beroep op het aansprakelijkheidsrecht door burgers in de Verenigde Staten. Amerikaanse burgers die door een ongeluk allerlei gemaakte ziektekosten en weggevallen inkomsten moeten compenseren zullen daardoor veelal moeten uitwijken naar het aansprakelijkheidsrecht om te kunnen voorzien in hun primaire levensbehoeften.

“Eisers in een Amerikaanse rechtszaak hebben een sterke positie tegenover de vaak vermogende wederpartij”

No cure no pay
Een bijzonder fenomeen in het Amerikaanse rechtssysteem is ‘no cure no pay’. De benadeelde spreekt hierbij met zijn advocaat af dat, indien zijn vordering niet wordt toegewezen, hij zijn advocaat niet hoeft te betalen. In Nederland bestaat een verbod op het werken op basis van resultaatafhankelijke beloning (met uitzondering van de vijfjarige proef met een ‘no cure no pay’-regeling in letsel- en overlijdensschadezaken).9  Met dit ‘no cure no pay’ systeem is het risico voor de eiser heel beperkt: als de vordering wordt afgewezen hoeven zij hun advocaat niet te betalen. Dit heeft als gevolg dat er meer rechtszaken worden aangespannen. Het risico voor de Amerikaanse advocaten ligt daarentegen hoger. Zij lopen het risico om een zaak te verliezen waarbij zij toch (veel) kosten hebben gemaakt. Als ze echter de zaak voor hun cliënt kunnen winnen, dan zal een winstpercentage worden afgesproken waarbij 20 tot 50% niet ongebruikelijk is. Advocaten spreiden dan ook hun kansen: waar de advocaat in de ene rechtszaak geen beloning ontvangt omdat hij de zaak verloren heeft, zal hij dit verlies met een andere zaak proberen recht te trekken door het indienen van een forse schadeclaim met een hoog winstpercentage.

‘Claimcultuur’ heeft ook positieve gevolgen
In Nederland is het debat over de hervorming van het aansprakelijkheidsrecht in volle gang en de angst voor de claimcultuur is nog niet naar de achtergrond verschoven. Ton Hartlief, advocaat-generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar privaatrecht aan de Universiteit Maastricht, stelt dat ‘de positieve kanten van het aansprakelijkheidsrecht in de sfeer van bevordering van preventie, veiligheid en kwaliteit dreigen onder te sneeuwen’.10 Niet te ontkennen valt dat er in de VS beduidend meer excessen zijn. De gang naar de rechter is gemakkelijker dan in Nederland en de lage financiële drempel, veroorzaakt door het ‘no cure no pay’-systeem, speelt daar ook zeker een rol in. Toch zijn deze ‘Amerikaanse toestanden’ niet alleen als nadelig te bestempelen. Juist door de goedkopere manier van procederen, de bredere mogelijkheid bewijs te vergaren in een erg vroeg stadium van het proces (‘pre-trial discovery’) en de mogelijk hoge schadebedragen die op de loer liggen, schrikt het aansprakelijkheidsrecht de grote, vermogende partij veel meer af dan in Nederland. Het is niet alleen een middel om benadeelden tegemoet te komen in hun leed, maar het kan ook dienen als een instrument van beleid en positieve sociale verandering.

Isabelle Feenstra

Voetnoten

1. T. Hartlief, ‘Leven in een claimcultuur’, NJB 2005, afl. 16 p. 830.
2. C. Taibi, R.J. Reynolds Tobacco Company Loses $37.5 Million Battle Over Lung Cancer Victim, 08-02-2013, geraadpleegd via www.huffingtonpost.com.
3. A.L.M. Keirse, Nieuwe risico’s: Wie is er bang voor de magnetron?, 2007.
4. F.C. Schirmeister, Amerikaanse toestanden in het schadevergoedingsrecht?, 1996.

5. F. Huiskamp, ‘De vrouw die McDonald’s aanklaagde om hete koffie: hoe zat het nou echt?’, 23 oktober 2013, geraadpleegd via www.nrc.nl.
6. K.G. Cain, The McDonald’s Coffee Lawsuit, geraadpleegd via https://www.jtexconsumerlaw.com/V11N1/Coffee.pdf
7. A.L.M. Keirse, Nieuwe risico’s: Wie is er bang voor de magnetron?, 2007.

8. https://www.americanbar.org/groups/public_education/resources/law_related_education_network/how_courts_work/discovery.html
9. https://www.advocatenorde.nl/3282/advocaten/experiment-resultaatgerelateerd-belonen.
10. T. Hartlief, Leven in een claimcultuur: wie is er bang voor Amerikaanse toestanden?, 2005.

Video
Delen

Uw naam

E-mail

Naam ontvanger

E-mail adres ontvanger

Uw bericht

Verstuur

Share

E-mail

Facebook

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan